Toen we aan de Main aan ’t wassen waren zijn we weggeroepen: Inpakken, we gaan vandaag nog weg. [We] krijgen 100 gram brood en ¼ bus vlees. Weinig voor drie dagen. [We] zullen wel zien.

zondag 20 mei 1945 Eerste Pinksterdag Slechte nacht gehad in de trein. [We] kunnen niet liggen. Zeer mooi weer overdag. [We] vorderen slechts langzaam, staan veel stil. In Frankfurt [zijn we] aardig bedacht door de Amerikanen. Vijf blikjes met keekjes en zuurtjes en jaeier-chocolade (?) en koffie. [We] zitten bovenop de wagon. Zeer mooi gezicht.
maandag 21 mei 1945 Tweede Pinksterdag Onweer vannacht. To half 2 [een] vuurtje gestookt. Vanmorgen in Bad? Van Amerikanen weer verpleging36 gehad: vis met biscuit. Slechter weer. [We] schieten goed op.

dinsdag 22 mei 1945 derde Pinksterdag De nachten vallen niet mee.Koud weer. [we] zijn goed opgeschoten. Vannacht [hebben we] Duits grondgebied verlaten. [We zijn] in Elzas-Lotharingen. [We] zitten nu in de buurt tussen metz en Luxemburg. [We] staan weer lang stil. [We] eten er goed van.
<
>
24 van 28